SV | En Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-edom, en Jeiel, en Azazja, met harpen op de Scheminith, om den toon te versterken. |
WLC | וּמַתִּתְיָ֣הוּ וֶאֱלִֽיפְלֵ֗הוּ וּמִקְנֵיָ֙הוּ֙ וְעֹבֵ֣ד אֱדֹ֔ם וִֽיעִיאֵ֖ל וַעֲזַזְיָ֑הוּ בְּכִנֹּרֹ֥ות עַל־הַשְּׁמִינִ֖ית לְנַצֵּֽחַ׃ |
Trans. | ûmatiṯəyâû we’ĕlîfəlēhû ûmiqənêâû wə‘ōḇēḏ ’ĕḏōm wî‘î’ēl wa‘ăzazəyâû bəḵinnōrwōṯ ‘al-haššəmînîṯ lənaṣṣēḥa: |
En Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-edom, en Jeiel, en Azazja, met harpen op de Scheminith, om den toon te versterken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-edom, en Jeiel, en Azazja, met harpen op de Scheminith, om den toon te versterken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!